Leerlingvolgsysteem

Wingerd

leerlingvolgsysteem

Waar is een leerlingvolgsysteem voor nodig?

Niet alle kinderen ontwikkelen zich hetzelfde.
Sommige kinderen hebben moeite met lezen of rekenen, andere kinderen blinken juist uit op één of meerdere vakgebieden.

Dat betekent dat het nodig is de ontwikkeling van elk individueel kind goed te volgen.

Met behulp van een leerlingvolgsysteem (LVS) is dit goed te doen. De kinderen worden op vaste momenten geobserveerd en maken landelijk genormeerde toetsen.

Welke leerlingvolgsystemen gebruikt De Wingerd?

De leerlingvolgsystemen die op De Wingerd op cognitief gebied gebruikt worden zijn CITO Leerling in Beeld en KIJK!.
Op sociaal-emotioneel gebied wordt het gedragsleerlingvolgsysteem SCOL gebruikt.

KIJK! Groep 1 en 2

Voor het volgen van de ontwikkeling van jonge kinderen is een goed observatie instrument erg belangrijk. Het in beeld brengen van de ontwikkeling is de eerste stap naar het aanbod van passende activiteiten. Daarnaast is het overdragen van gegevens aan een volgende groep (doorgaande lijn) een belangrijk aandachtspunt. Door te werken met het leerlingvolgsysteem KIJK! wordt de doorgaande lijn op een efficiënte, zinvolle en praktische manier vormgegeven.

CITO Groep 3 t/m 8

Citotoetsen worden twee keer per jaar afgenomen. De uitslagen worden vergeleken met landelijke gemiddelden. Op de Wingerd worden de volgende toetsen van Cito Leerling in Beeld afgenomen:

  • Taalverzorging (spelling)
  • Drie minuten toetsen (DMT)
  • Rekenen-Wiskunde
  • Begrijpend lezen (vanaf eind groep 4)
  • AVI
  • Studievaardigheden (vanaf groep 7)

SCOL

De Sociale Competentie ObservatieLijst (SCOL) is een leerlingvolgsysteem voor de sociale emotionele ontwikkeling.

Jaarlijks vullen de leerkrachten SCOL voor alle kinderen van groep 3 t/m 8 in. Vanaf groep 6 vullen de kinderen zelf ook een SCOL-vragenlijst in. Verder wordt er jaarlijks in elke klas door de kinderen een sociogram ingevuld. De kinderen geven aan hoe het contact is met klasgenoten.
Hierdoor hebben we een goed beeld op de sociale competentie, ieders welbevinden en de sociale veiligheid.